Donkere middeleeuwen

Petrarca introduceerde voor het eerst de term, portret door Giorgio Vasari.

De Donkere middeleeuwen is een term die gebruikt wordt om de vroege middeleeuwen of de middeleeuwen in zijn algemeenheid mee aan te duiden. Met deze term wordt verwezen naar het veronderstelde economische, intellectuele en culturele verval waar Europa in terechtkwam na de Val van het West-Romeinse Rijk.

Oorsprong van het begrip

Het begrip de Donkere middeleeuwen werd geïntroduceerd door de Italiaanse renaissancedenker Francesco Petrarca. Volgens hem begonnen de middeleeuwen toen de barbaren Rome vernietigden omstreeks het jaar 400. De periode die daarop volgde was er een die in schaduwen (Latijn: tenebrae) was gehuld, wat zou aanhouden tot dat de Europeanen het oude Rome zouden herontdekken.[1] Petrarca stelde deze tussentijd of de middeleeuwen gelijk aan duisternis en smerigheid. Deze associatie heeft zich vervolgens diep verankerd in het collectieve geheugen van Europa en heeft lange tijd de blik van de Europeanen op de middeleeuwen bepaald.[2]

De ideeën van Petrarca kregen navolging in het Verlichtingsdenken. Zo omschreef de Franse filosoof Voltaire de middeleeuwen als "ces tristes temps" (de droevige tijden) en "siècle d’ignorance" (de tijd van onwetendheid). Thomas Hobbes sprak op zijn beurt over een "koninkrijk van duisternis".[3] De Britse historicus Edward Gibbon had het in zijn The History of the Decline and Fall of the Roman Empire over de “donkerheid van de middeleeuwen”. Hierdoor begonnen de termen middeleeuwen en de donkere middeleeuwen (Engels: Dark Ages) uit te groeien tot synoniemen.[4]

Modern gebruik

Door hernieuwd en grondiger onderzoek ontstond er in de negentiende eeuw een beter beeld van de middeleeuwen en raakte de terminologie in onbruik. De term "donkere middeleeuwen" ijlde nog na in de Angelsaksische wereld als aanduiding van de periode uit de Engelse geschiedenis van voor de Normandische verovering van Engeland in 1066. Op termijn bleek deze term hier ook niet langer houdbaar en gebruikten Angelsaksische historici voor deze periode alleen nog de aanduiding "vroege middeleeuwen".[5] Moderne historici gebruiken de term dan ook nauwelijks meer vanwege het waardeoordeel dat de term "donkere middeleeuwen" met zich meebrengt.[6]

Ondanks dat de term in de wetenschap in onbruik is geraakt ijlt de connotatie nog na in het publieke debat. De termen "middeleeuwen" en "middeleeuws" worden vaak gebruikt op dingen die mensen als achterhaald en conservatief zien. De verwijzing naar de donkere middeleeuwen in het publieke debat is dan ook een voorbeeld van vooruitgangsdenken.[7]

Bronnen, noten en/of referenties

Dit artikel of een eerdere versie ervan is (gedeeltelijk) afgesplitst vanaf een ander artikel op de Nederlandstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie deze pagina voor de bewerkingsgeschiedenis.

  1. Janet L. Nelson, ‘The Dark Ages’, History Workshop Journal (2007) 191–201, aldaar 193.
  2. Peter Raedts, De ontdekking van de middeleeuwen: Geschiedenis van een illusie (Tiende druk, Amsterdam 2013), 37.
  3. Reinhold Münster, "Enlightenment Perspectives on the Middle Ages". Handbook of Medieval Studies: Terms – Methods – Trends. 3 Volumes, edited by Albrecht Classen, Berlin, New York: De Gruyter, 2010, 468-489, aldaar 470.
  4. Janet L. Nelson, ‘The Dark Ages’, 194.
  5. Seb Falk, De verlichte middeleeuwen: Een ontdekkingsreis door de middeleeuwse wetenschap (Amsterdam 2020), 14-15.
  6. (en) Migration period | European history | Britannica. Encyclopaedia Brittannica. Gearchiveerd op 12 juni 2022. Geraadpleegd op 15 juni 2022.
  7. Lieke Smits, Middeleeuwse toestanden, donkere verlichting en de rol van de historicus. Over de Muur (4 september 2019). Gearchiveerd op 16 mei 2022. Geraadpleegd op 15 juni 2022.